Informatie technologie kan iets magisch hebben als je er weinig vanaf weet. Er gebeurt van alles en je hebt geen flauw idee hoe het werkt. Sommige mensen denken dan, daar wil ik meer van weten! Anderen denken, ik vind het prima als ik er mijn voordeel maar mee kan doen. Nog een categorie ervaart het meer als onontkoombare zwarte magie en probeert er maar niet over na te denken of het zelfs te vermijden.
Nu zijn de details van hoe IT precies werkt ook wel echt het werk van specialisten, maar er is niks magisch aan. Net als een wc. Ik weet niet hoe ze die maken, laat staan dat ik dat zelf zou kunnen. Een simpel model vervangen moet wel lukken (is me in ieder geval een keer in mn leven gelukt), maar als er ingewikkeldere dingen zijn haal ik liever de installateur erbij. Desondanks weet ik meer dan genoeg van wc’s om er met succes dagelijks gebruik van te maken.
En niet alleen van mijn eigen wc’s thuis die ik heel goed ken, maar ook die op mijn werk die helaas uit de jaren ’70 ofzo stamt en nog zo’n zware pomp heeft om door te spoelen (hadden mijn opa en oma ook toen ik klein was, niet te doen voor iemand van vijf). Toen ik voor het eerst een hurk-wc tegenkwam snapte ik ook meteen wat de bedoeling was en hoewel wc’s in Noord-Amerika een beetje anders zijn dan Europese toiletten kwam ik hier ook wel uit. Enfin, ik denk dat het punt wel duidelijk is. Ik weet hoe een wc ongeveer werkt, wat de bedoeling is en je hoort nog wel eens wat over ander soortige toiletten (zoals Japanse verwarme, pratende wc’s….). Op die manier kan ik met een hoog succespercentage met verschillende wc’s omgaan.
Watertechnologie vs informatie technologie
Misschien denk je nu wel, ‘een beetje flauw Kim, een computerprogramma is veel ingewikkelder dan een wc’. Maar als je je computerprogramma als informatie technologie ziet en de wc als watertechnologie zijn er toch behoorlijk wat parallelen te vinden.
In een wc gaat water, hier gebeurt wat mee en vervolgens gaat het water er weer uit. Bij een computerprogramma gaat er informatie in, hier gebeurt wat mee, en er komt weer informatie uit.
Voor je wc maakt het ook uit wat voor water erin gaat en hoeveel en wat er met het water gebeurt nadat we het bevuild hebben. Zo kan je je vraagtekens zetten bij het gebruik van drinkwater voor het doorspoelen van je toilet en probeert men tegenwoordig vaak in ieder geval zo min mogelijk water te gebruiken met waterbesparende knoppen en bijbehorende aanmoedigende stickers. Daarbij zien we ook liever niet ons bevuilde water ongezuiverd terug in de gracht vlakbij.
En ook bij een toilet heb je eisen aan de mate waarop je gebruik in de gaten gehouden wordt. Ik zit er in ieder geval niet op te wachten dat het installatiebedrijf bijhoudt hoe ik mijn toilet precies gebruik. Zelfs niet met geanonimiseerde data om betere toiletten te maken, laat staan dat informatie over mijn cyclus, de hoeveelheid ontlasting en mijn gewicht worden gebruikt om me te targeten met specifieke reclame van derde partijen.
Deze analogie is nog veel verder door te voeren. Wie zorgt bijvoorbeeld ervoor dat de wc schoon is en dat de toiletrollen, de handdoekjes en de zeep bijgevuld worden (je programma wordt goed ingericht en bijgehouden)? Wie is er verantwoordelijk voor het onderhoud (je programma moet updates krijgen om bijvoorbeeld veilig te blijven)? En wie de gevolgen als de boel spectaculair overstroomd?
Stap 1: denk informatie en vergeet technologie (eerst)
Kortom: als jij met wc’s om kan gaan kan je ook met IT omgaan. Mijn eerste tip is daarbij om even te vergeten dat computerprogramma’s ingewikkeld kunnen zijn en je niet altijd met ze overweg kan. Het gaat namelijk niet echt over technologie, maar over informatie.
Mijn suggestie is om als je met informatie technologie werkt altijd de onderstaande vragen in je hoofd te houden:
- Welke informatie gaat hier in en op welke manier?
- Wat wordt er met de informatie gedaan en met welk doel?
- Welke informatie komt eruit en waar gaat dit naartoe?
Misschien weet je niet altijd alle details of alle antwoorden, maar hopelijk helpt het je op een andere manier naar computers en computerprogramma’s te kijken. Of misschien ga je wel op zoek naar vragen op deze antwoorden. Maar zeker weten ga je jezelf trainen meer van IT te snappen met deze vragen in het achterhoofd.